Column: Op het Lange Voorhout

Mijn voetstappen worden zwaar. Gegrepen door vermoeidheid, sluit ik mijn ogen.

De zwartgeklede vrouw met het deftige hoedje beloopt het schelpenpad. Op en neer. Zoals altijd.

“Ik ben al lang aan het zoeken,” vertelt ze mij met een wit weggeslagen gelaat.

“Mw. Vere, Waarnaar bent u op zoek?” vraag ik met onvervalste bezorgdheid.

“Ik wilde het leven opgeven,” antwoordde ze mij.  “Er was een medicinaal drankje en ik heb er teveel van gedronken.”  “Sindsdien zoek ik de rust van mijn ‘looden slaap’.”

“Mw. Vere, Uw tragische leven is niet gegaan zoals u had gehoopt.”

Ik nam haar hand en zei tegen haar met een berustende stem:

“Zonder u kan ik weer kijken.” Ik open weer mijn ogen.

Op het Lange Voorhout, op weg naar de Pulchri-studio, proef ik de verhalen over ‘iets wat gebeurd is’. Ik loop langs het standbeeld van Louis Couperus. Ik kijk hem in de holle ogen. Als er een ziel van de geportretteerde in dit bronzen beeld huist, dan weet ik zeker dat hij nu terugkijkt.

Marko Klomp ©2017

Lange Voorhout (I), olieverf op doek, 80x100, 2011

Lange Voorhout (I), olieverf op doek, 80x100, 2011